Sinds 1 januari 2023 geldt in Nederland: kantoren van 100 m² of groter moeten minimaal energielabel C hebben. Zonder dit label mag het gebouw niet meer als kantoor worden gebruikt. Veel eigenaren en huurders vragen zich af waarom juist niveau C is gekozen, wat dit concreet betekent en hoe je het slim aanpakt. Hieronder krijg je een helder overzicht, inclusief praktische stappen die je vandaag al kunt zetten.
Wat houdt de C-norm precies in?
Energielabel C zegt iets over het geschatte energiegebruik van een kantoor, gebaseerd op de bouwkundige staat en installaties. De berekening gebeurt door een gecertificeerde energieadviseur volgens de NTA 8800-methodiek. Het label wordt vervolgens geregistreerd in de landelijke database (EP-Online). Zonder geldig en geregistreerd label telt het in de praktijk als: geen C.
De verplichting valt sinds 2024 onder de Omgevingswet en blijft onverminderd van kracht. Gemeenten houden toezicht en kunnen handhaven, bijvoorbeeld via een last onder dwangsom of een verbod op gebruik als kantoor.
Waarom is energielabel C gekozen als norm?
De overheid wil het energiegebruik en de CO₂-uitstoot van gebouwen stapsgewijs omlaag brengen. Label C is een bewezen, haalbare stap voor het gros van de kantoren zonder direct ingrijpende verbouwingen. Het dwingt tot actie, maar laat tegelijk ruimte om maatregelen te plannen.
- Lagere energiekosten: upgrades als LED-verlichting en betere regeltechniek leveren snel meetbaar voordeel op.
- Comfort en productiviteit: minder tocht, betere verlichting en stabiele binnentemperaturen helpen het werkklimaat.
- Waardebehoud: een kantoor met een goed label ligt aantrekkelijker in de markt en heeft minder leegstandsrisico.
- Vooruitlopen op toekomstige eisen: veel organisaties sturen al op label B of A; C is een logische tussenstap.
Wat betekent dit voor eigenaren en huurders?
Juridisch ligt de verantwoordelijkheid meestal bij de gebouweigenaar. In veel huurovereenkomsten worden afspraken gemaakt over wie welke maatregelen financiert en uitvoert (denk aan een “green lease”). Huurders kunnen bovendien zelf winst boeken met gebruikersmaatregelen: slimmer instellen van klimaatinstallaties, verlichting zoneren en kantooruren beter afstemmen. Die leveren vaak meteen besparing op, ook zonder grote investeringen.
Bij aan- of verhuur hoort het label standaard in de documentatie. Kopers letten scherp op energieprestaties; een achterstand kan leiden tot prijsdruk of uitgestelde transacties.
Uitzonderingen en veelgemaakte misverstanden
Niet elk gebouw hoeft naar label C. Uitzonderingen zijn er onder andere voor rijks-, provinciale of gemeentelijke monumenten, kantoren kleiner dan 100 m², gebouwen zonder verwarming of koeling en panden die op korte termijn gesloopt of ingrijpend gerenoveerd worden. Ook geldt de plicht doorgaans niet als het kantoor minder dan de helft van het totale gebruiksoppervlak van het gebouw beslaat.
Drie misverstanden die vaak opduiken:
- “Een oud label is ook goed.” Nee. Is het label verlopen of niet geregistreerd, dan telt het niet.
- “We hebben zonnepanelen, dus het zit wel goed.” Zonnepanelen helpen, maar het label kijkt breder: isolatie, installaties, luchtdichtheid en regelingen tellen zwaar mee.
- “We redden het met afwachten.” Handhaving wordt strenger. Ingrijpen vlak voor een controle is duur en chaotisch.
Zo pak je de stap naar label C aan
1) Start met een erkende opname
Laat een gecertificeerd adviseur het gebouw opnemen. Je krijgt een officieel label en een maatwerkadvies met concrete maatregelen, kostenraming en verwachte besparing. Heb je nog geen label of wil je direct een afspraak plannen? Informeer dan bij Energielabel Voor Mijn Pand.
2) Pak eerst de snelle winsten
Vaak haal je label C al met relatief eenvoudige ingrepen:
- Volledige overstap naar LED-verlichting met aanwezigheids- en daglichtsensoren.
- Ventilatie- en verwarmingsinstallaties beter inregelen (nachtverlaging, kloktijden, setpoints).
- Dak- en leidingisolatie bijwerken, kierdichting verbeteren en tochtbanen oplossen.
3) Plan slimme investeringen
Als het gebouw meer nodig heeft, denk aan HR-glas, gevel- of dakisolatie, warmtepompen (hybride of all-electric) en gebouwautomatisering. Combineer maatregelen waar mogelijk tijdens regulier onderhoud of verhuizingen; zo beperk je overlast en kosten.
4) Maak gebruik van regelingen
Voor ondernemers bestaan fiscale voordelen en subsidies, zoals EIA voor energiezuinige technieken en ISDE voor (hybride) warmtepompen. Check of jouw maatregelen op de lijsten staan en verzamel tijdig offertes en facturen; de aanvraagtermijnen zijn strak.
5) Houd prestaties bij
Meten is weten. Een eenvoudig energiedashboard en een maandelijkse check op verbruiksdata zorgen dat besparingen ook echt worden vastgehouden. Loopt het verbruik op, dan kun je snel bijsturen.
Veelgestelde vragen, kort beantwoord
- Wie controleert? In de praktijk de gemeente, vaak via de afdeling toezicht en handhaving. Zij kunnen documenten opvragen of een locatiebezoek doen.
- Wat als mijn kantoor meerdere huurders heeft? Spreek af wie welke maatregel oppakt. Gebouweigenaren richten zich meestal op schil en installaties; huurders op inrichting en regelingen binnen hun unit.
Moet ik meteen naar label A? Nee, de wettelijke ondergrens is nu C. Maar wie toch renoveert, doet er goed aan om direct verder te gaan. Dat voorkomt dubbele werkzaamheden en je profiteert langer van lagere lasten.